Het leven met haar was zijn geluk, de zon een stille getuige van hun liefde. Niks kon echter haar ziekte voorkomen. Het leven geeft en het leven neemt. Op een herfstbegrafenis scheen geen zon die een verloren man troosten kon.
Eenzaam zit hij in zijn stoel. Alleen de klok verbreekt de stilte. In zijn hoofd is alles kalm. Niets lijkt nog langer van belang te zijn. Uren staart hij uit het raam. Bomen zijn kaal en ook de lucht is grauw. In het donker slaapt hij daar. Nacht voedt de geest en geeft ons nieuwe kracht.
In een droom ziet hij haar weer naast zich staan. Zij lacht en neemt zijn hand in die van haar. Hij huilt en weet dat dit het laatste afscheid is Van haar die hij met heel zijn leven lief had.
's Ochtends wekt de zon hem zacht. Het licht onthult een schone najaarsdag. Roerloos zit hij in die stoel. Alles lijkt anders dan de dag ervoor. Tranen vullen zijn ogen. Buiten ontwaakt een nieuwe wereld. In zijn hart een nieuw besef. Leven gaat door met elke nieuwe dag.