Je droeg weer blauw die avond in een schaduw van zwart licht. Er werd geen gat gedicht met de brief die je me nazond. Tijd draait alles om wat eerst prachtig was, wordt lelijk. Wat je toen zo moeilijk vond daar denk je niet meer aan. Laat je me nog gaan? Wat onaf was, blijft wel liggen. Je maakt niets ongedaan.
Blauwe ruis, in mijn ziel en in mijn oren ik wil het niet meer horen, maar het houdt nooit meer op. Blauwe ruis, wat je had gaat nooit verloren Het wordt alleen maar harder en het houdt nooit meer op.
Je draagt steeds blauw die avond, op het scherm in mijn hoofd. In de brief die je me nazondt, heb je niets beloofd, maar ook niets afgerond onaangenaam verdoofd blijf ik staren naar de grond