Haar tanden waren minaretten in Turkse Sterrenacht, golven overspoelden haar wangen Waarachter in diepe duisternis piramides Wachtten op voorbijschuivende kamelen,
Om haar mond…
Om haar mond speelde de sluier Van een glimlach die verdween Door wind bewogen in en uit Betoverd struikgewas,
Duivels en hemels Wind en getij De zee in de verte is al bijna verdwenen E n jij… en jij Deint als door wind gestreelde algenstromen Zachtjes op dromen in een golvende sprei Duivels en hemels Wind en getij
Duivels en hemels Wind en getij
Haar tanden…
Haar tanden waren minaretten in Turkse Sterrenacht, golven overspoelden haar wangen Waarachter in diepe duisternis piramides Wachtten op voorbijschuivende kamelen,
In haar voorhoofd…
In haar voorhoofd schoven woestijnnachten Over silhouetten van bedoeïenen en Bestofragde rozenruikers waren kristallen Lichtbronnen.