Te lang hebben wij gewacht De strijdlust wordt te groot Onbedwingbaar, onze lust Te vechten op leven en dood Met Wodan hoog boven ons En Donar en Tyr aan ons zijde Pakken wij de wapens op En trekken wij ten strijde
Splijters van schedels Brekers van botten Verwurgers van kelen Snijders van strotten
Het haardvuur brand Het vlees wordt gebraden Het bier vloeit stevig En we bezingen onze daden Angst en pijn ons niet bekend Al evenmin de vrede Wij houden slechts van flinke strijd Van vrouwen, bier en mede
Bloed kleurt de grond Einherjer in de lucht Wie niet bereid te sterven was Sloeg voor ons op de vlucht Ons hart zo koud als ijs Doch vurig onze toorn De vijand is verslagen Dus heffen wij de hoorn
Splijters van schedels Brekers van botten Verwurgers van kelen Snijders van strotten