Vaak willen we teveel, zien we te weinig. Dan verspillen we teveel, zo spijtig. Zoveel willen we tegelijkertijd, maar eindigen zo leeg als het einde daar is.
De wolken bedolven mijn hart, dagen bedorven mijn ziel. Vragen verzwolgen de vreugde, daar waar de logica naast mijn nabestaanden staat.
Ik sta nog steeds levend in brand, ze zeggen het leven is mooi (geef het een kans) En ik heb zo lang gewacht en zovaak ben ik afgedankt (stank voor dank. bedankt)
Maar het leven ging door en wie bleven er achter? We bleven wachten om het leed te verzachten, we smeken gedachten en wachten een leven lang maar aan het eind hebben we lege handen.
Ik voel me vaak een blinde dichter, een eeuwige brand, boos op de stichter. De wind schenkt woorden, we breken de stilte ik geef je er negen (verlos jezelf)
Dromen verlaten je veel te snel, imperial is zo vermoeid door dit gekwel. Ik gunde jou een heel magazijn, gun me die kogel, ik eindig het spel (en verlos mezelf)
Tijden veranderen, de pijn is anders, ik heb shit niet meer in eigen handen. Ben verlaten door mijn eigen hart, en al willen we winnen, mijn zinnen die lijden man
En binnenin heb ik een oorlog waar ik verdrink, ik voel dat ik aan het verliezen ben, ik voel dat ik zink. En ik vraag niet om hulp, want ik ken mijn zwaktes. En denk niet je snapt het, ik ben te anders.
Mensen veranderen traag, anderen bewonderen te vaak het verkeerde gelaat, we bekeren te vaak, shit ligt zwaar op de maag, een deel van mezelf vult de maat.
Te volle gedachten, mijn hoop is leeg. Een barst hier, barst daar en we stromen leeg.
(Als ik een tweede kans kreeg, denk niet dat ik het overleef)
Ik ben klaar voor de dood, met een kladblok en een pen. Ik denk dat ik na dit startschot verder ben. Ik neem mijn rap mee, al tien lange jaren geef ik mijn ziel voor dit.
Dit is wat ik ben. Dit is wat ik doe. Dit is wat ik wil. Dit is wat ik zoek. Dit is wat ik leef. Dit is wat ik voel. Dit is wat ik schreef. Dit is wat ik breek.
Klaar voor de overdosis, klaar voor de tranen die overstromen. Klaar met de dagen met de glinstering van onbegrip, die ik verloor in je ogen.
Klaar met diezelfde pijn, in elke rijm want al die herinneringen blijven je bij. Dus hoe meer ik schrijf, destemeer ik bevrijd uit de kernen van mijn ziel waar shit verblijft.
Als ik herinneringen mis blijven ze weg want ze vormen het licht door mijn lijdensweg. Ik ben zo moe, zo leeg van binnen. Moe van het praten schreef ik zinnen. Moe van het wachten veracht ik al die nachten die slapeloos je hoofd verkrachten.
Voel je wat ik voel? Voel de bron. Het leven is zo donker, zoek de zon.
Voel je wat ik voel? Voel de bron. Het leven is zo fucked-up, zoek de zon.