In opa’s oude schuur daar staat een arrenslee, en als het ‘s winters sneeuwt gaan wij weer met hem mee. We glijden door de sneeuw. Het paard loopt in galop. Wij knusjes achterin de slee, en opa zit voorop.
Jingle bells, jingle bells in de arrenslee. Je hoort de belletjes van ver, en wij zingen mee. Jingle bells, jingle bells niets is er zo fijn dan als het sneeuwt met opa in de arrenslee te zijn.
Het weer is koud en guur ‘t is glad, dus opgepast. M’n sjaal hangt in de wind en ik hou me stevig vast. Zo’n ritje met de slee dat is toch veel te kort. Ik kijk er zo naar uit, als het winter wordt.
Jingle bells, jingle bells in de arrenslee. Je hoort de belletjes van ver en wij zingen mee. Jingle bells, jingle bells niets is er zo fijn dan als het sneeuwt met opa in de arrenslee te zijn.
Dit stukje komt uit een andere variant
Heerlijk met z’n twee, in een open arrenslee, mensen zien ons gaan, blijven even staan. Stel je dat eens voor, de besneeuwde bossen door, Langzaam, langzaam, niet te snel, op het ritme van de bel!
Jingle bells, jingle bells, hoor je overal Jij en ik gaan samen in een slee langs berg en dal Jingle bells, jingle bells, hoor je overal Jij en ik gaan samen in een slee langs berg en dal