Tekst: Dennis van de Ven Muziek: Boele Weemhoff, Mattias Schut, Jeroen van Koningsbrugge, Dennis van de Ven
Wonderlijke jongen hij zat achter in de klas Hij had geen vrienden, niemand wist echt wie hij was Droeg vreemde kleren en liep altijd uit de pas Een wonderlijke jongen in een houtje-touwtje jas
Wonderlijke jongen zat daar zo ver achteraan Omdat ie zonderlinge dingen had gedaan Zomaar zonder reden was ie door het lint gegaan Toen had ie al dat houtje touwtje jasje van ‘m aan
Niemand vroeg En niemand zag En niemand niemand niemand zei En niemand voelde Niemand niemand niemand hoorde Niemand deed En niemand niemand niemand Vond ‘m leuk
Niemand kon zijn wonderlijke zinnen ooit verstaan Op het schoolplein sprak dus niemand hem ooit aan Er werd om hem gelachen en hij werd vaak nagedaan Voor de grap deed iemand toen zijn houtje touwtje aan
Niemand vroeg En niemand zag En niemand niemand niemand zei En niemand voelde Niemand niemand niemand hoorde Niemand deed En niemand niemand niemand Vond ‘m leuk
Wonderlijke zonderling Nooit opgeraapte vondeling Nooit gezien en nooit gehoord En nooit begrepen Wonderlijke zonderling Nooit opgeraapte vondeling Was er klaar mee
Niemand vroeg En niemand zag En niemand niemand niemand zei En niemand voelde Niemand niemand niemand hoorde Niemand deed En niemand niemand niemand Vond ‘m leuk
Toen op een dag toen is ie voor de klas gaan staan Zette eerst de radio op vol volume aan Hij riep nog wat maar dat was echt voor niemand te verstaan En haalde iets onder zijn houwtje touwtje jas vandaan
Niemand vroeg En niemand zag En niemand niemand niemand zei En niemand voelde Niemand niemand niemand hoorde Niemand deed En niemand niemand niemand Vond ‘m leuk