Refrein (Marcus) Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij
Couplet 1 (Lange Frans) Fluwelen pak, veer op m’n hoed Bont in m’n kraag, slang om m’n voet Diamand in mijn tand, hout in m’n hand Ijs in m’n hart, goud aan de wand Ben een souteneur met een zoete geur nooit buiten de deur zonder goed humeur Bekijk het nooit zwart/wit maar altijd in kleur voor al je gezeur is er een willig die treurt Ik heb geen klote met gasten die niet kunnen lachen verban ze heel snel uit mijn gedachten Zien mij en Sjaakie hat-se-klatse door de stad heen keihard patsen Zijn overal en kennen iedereen en altijd duivies om ons heen en Zijdezacht van top tot tenen lakleer laarzen aan d’r benen Pompen Hazes en Zwarte Riek, dat noemen wij pas muziek Op Robert Leroy wordt er zwaar gefreakt, blind op mijn ogen waar of niet? De elf steden gaan wij niet rijden maar brul op het ijs voor m’n Amstel Tijgers Fok alle boeren die me niet begrijpen laat ze allemaal maar de - krijgen Ben als Klaas-Jan in het rood wit omdat ik spit als een spits die te dope spit Vanuit de stad waar het hart te groot is en je voelt ook dat dat zo is Een keer in de week moet ik de Dam zien verder dan Diemen ga ik niet op vakantie Vastberaden geen arrogantie dit is wat je hoort als je Sjaak en Frans ziet.
Refrein (Marucs) Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij
Couplet 2 (Zwarte Sjaak) Sjaakie in vogelvlucht, effe weg geweest net een week terug Een plek onmiddellijk naar toe gegaan, naar de Elandsgracht cafe de Jordaan Kastelijn schenk ons lekker bij, Amsterdamse kroegtijgerij Lange ook hier en hij maakt de blits; we zullen laten zien wat flamboyeren is Effe langs Piet voor een stukkie vis, levensgenieter van mijn kribbe tot m’n kist Dus in de lucht die tijgerklauw, of doe maar raar ergens in het nauw Krijg toch allemaal de kleren en val van mijn part allemaal dood Een ajaxcied een godenzoon alles wat ik wil dat overkomt me gewoon Dus is er iets? zei je wat? wat moet je gap dit is mijn stad En hier schud niemand grof taalgebruik het wild beest met die modderige onderbuik Of het buitenbeentje met die grote bek, geen respect voor het binnenhof ze weten het Sjaakie Frans zijn doeners gappie niet van die praters Als die haat en nijd vinden we misselijkmakend Als ik hoor dat Mokum huilt wat me dan bekruipt is sla die vleugels uit Ben die nachtegaal voor ons allemaal Zwarte Riek monumentaal He Amsterdam ze zeggen jij bent verandert maar wie dat zegt is geen echte - Want Mokum maakt het mogelijk, ook voor jou op dit ogenblik, Proost
Refrein (Marcus) Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nabij
Couplet 3 (Brutus) Amsterdam huilt , Diemen juicht, Diemen-Zuid nou zie me cruisen De coolste producer werkt soepel op zín computer Heb het niet geleerd in boeken maar vroeger goed geoefend Met Sjaakie met Baassie met Lange mín broeders We proeven kaviaar en oesters, zo fris zo schoon zonder douchen Heb verse schoenen aan mín voeten , ik hou niet van boenen (nee) Ik voel de jaloezie en woede want hier in Amsterdam kan het gras niet groener Nou nou van Noord naar Zuid van West naar Oost Wibaut, Weesper, van Wou, Waterloo Para , Milky, Jimmy als ik proost De Kuil, Rokerij, Greenhouse als ik smoke En we smoken, Tuschinski rode loper Pakken aan cameraís maar gewoon naar de kloten We nemen over studio in Osdorp, Sloten Amsterdam huilt en dit is mijn manier van troosten
Refrein (Marcus) Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen Amsterdam huilt maar de redding is nab