Romeo: Koningen leven, alleen aan de top. Ze voelen zich eenzaam, ze voelen zich rot. Ze weten niet eens wat beneden gebeurt. Ze vragen niet wat hun geweten verscheurt.
Benvolio: Een wet voor het volk, telt voor koningen niet. Voor hen is de macht, maar ook bitter verdriet. In hun paleis is het akelig stil, hier is het feest. Oh mensen, wat een verschil!
Romeo, Benvolio en Mercutio: Hier, hier wordt gevreeën en gefeest, hier wordt gezopen als een beest. Hier wordt gefuift, hier wordt gedanst, hier krijgt de meligheid geen kans. Tijd die glijdt door onze hand, net als de korrels van het zand. Wat baat hier een groot ideaal, of hoogstaande moraal?
Mercutio: Koningen gaan nooit hun eigen weg, ze voelen zich angstig. Om wat wordt gezegd, Hoog in hun torens van zuiver ivoor. dringt enkel nog lucht, maar geen liefde meer door.
Romeo, Benvolio en Mercutio: Koningen vechten, maar nooit zij aan zij. Benvolio: maar nooit zij aan zij Ze houden te veel van alleenheerschappij. Benvolio: van alleenheerschappij Maar wij hier beneden, het volk van de straat. Worden nooit goed begrepen, onmondig gemaakt.
Romeo, Benvolio en Mercutio: Hier, hier wordt gevreeën en gefeest, hier wordt gezopen als een beest. Hier wordt gefuift, hier wordt gedanst, hier krijgt de meligheid geen kans. Tijd die glijdt door onze hand, net als de korrels van het zand. Wat baat hier een groot ideaal, of hoogstaande moraal?
Romeo, Benvolio en Mercutio: Hier, hier wordt gevreeën en gefeest, hier wordt gezopen als een beest. Hier wordt gefuift, hier wordt gedanst, hier krijgt de meligheid geen kans. Tijd die glijdt door onze hand, net als de korrels van het zand. Wat baat hier een groot ideaal, of hoogstaande moraal?