Kalme zeeën omspoelen de stenen aan de kust Waar mensensteen verrijst boven heilig land Waar zieleheil werd nagestreefd in blind geloof Koude winden omarmen de zuilen en graven van steen
Vlogen niet de draken van vuur al door de lucht Waren niet de gronden gespleten door duivels licht De wouden verwoest door ontwortelende vlagen En de daken van Petrus niet doordrenkt met bloed
Voorspeld, verwacht, al dan niet voorzien Verschenen de draken aan de einder der zee Kwamen de heidenen met aks en met zwaard De zendelingen van heidense duivelarij
Symbolen hun kracht, mensen hun levens ontnomen Het aureool van onschuld in de aarde geslagen Kruizen gebroken, onder gevallen muren verdrukt De mannen van het noorden doodden jou
Geronnen bloed omspoelt de stenen in de grond waar mensenbeen verdwijnt in ontheiligd land Waar gezochte zielerust ontaardde in onheil Koude winden omarmen jou, herinnering