De eerste clown met het gestreepte jasje aan staart met verliefde ogen naar zijn bloem. De tweede clown is op zijn hoofd gaan staan. O nee…, hij valt… met een harde boem! De derde clown is wel een heel malle vent. Zijn jas is zo ruim, het lijkt wel een tent. En op die grote schoenen kan hij vast heel hard lopen. En kijk nou eens, de doos op zijn hoofd gaat open. Wat leuk, nog een clown. Dus zijn het geen acht maar negen clowns waarom iedereen zo lacht. De vierde clown springt op een stok in het rond. En de vijfde clown maakt het wel heel erg bont. Hij rijdt… keurig in het rond op een wiel. Tsjonge, wat zou het pijn doen als hij viel. De zesde clown is de liefste van het stel, hij kijkt een beetje verlegen, zie je wel. De zevende clown heeft… het is niet waar… een theepot op zijn hoofd. Wat staat dat raar. Hoe kan zo’n clown het bedenken. Zou hij straks een kopje thee gaan schenken? O nee, het wordt nog gekker. In de pot zien een muis. Nou, dat beestje woont wil in een heel vreemd huis. De laatste clown heeft pompons op zijn pak en hoed. En… eentje op zijn neus. Echt waar! Kijk maar goed! Komt daar nog een clown? Nee, het is de circusbaas. De pret met de clowns is voorbij… helaas!